Deze studie is uitgevoerd ten behoeve van Corona rapport Regisseurs van gemanipuleerd leven; Op zoek naar antwoorden op de vraag ‘Wat bezielt genetisch gemodificeerde dieren en planten?’
Kees Zoeteman, 30 mei 2013
1.Inleiding
De mug kan via het speeksel bij het steken besmettelijke ziekten zoals West-Nijlziekte, malaria en knokkelkoorts overbrengen waaraan jaarlijks miljoenen mensen overlijden. De dierziekte blauwtong wordt bij schapen sinds kort in Nederland overgebracht door knutten.
De steekmug Aedes aegypti is in tropische landen verantwoordelijk voor de overbrenging van de langzaam oprukkende ziekte knokkelkoorts (dengue). Malaria wordt door de mug Anopheles vooral in Afrika overgebracht.
Aedes aegypti (foto Muhammad Mahdi Karim – Eigen werk, GFDL 1.2)
Door deze ziekteoverbrengers genetisch te modificeren beoogt men de voortplanting te verhinderen en zo de ziekte uit te roeien. Voor het tegengaan van het overbrengen van het denguevirus is een commercieel product inmiddels op de markt dat bestaat uit mannelijke gg-muggen die vrouwtjes muggen, die dragers zijn van genoemde besmettelijke ziekten, bevruchten waarvan het nageslacht niet levensvatbaar is. Inmiddels is er in Brazilië een fabriek geopend die per week 4 miljoen van dergelijke gg-muggen gaat produceren.
Wat weten we over de steekmug?
2. Ontstaan in de evolutie
Het oudste aan het lichaam van de mens is het hoofd, dat in aanleg is gevormd op de eerste incarnatie van de aarde (Oude Saturnus). Met de aanleg voor het hoofd met zijn zintuigen en hersenen zijn tegelijk de kiemen van de insecten en met name van het vlinderwezen ontstaan. In het hoofd van de mens is de opgave het zieleleven van binnen naar buiten uit te stralen terwijl bij de insecten, en in het bijzonder bij de vlinder, aan zijn buitenkant de schoonheid van de hogere kosmos wordt weerspiegeld. Om het eigen wonder van het hoofd te leren kennen moet de mens bestuderen hoe de vlinder in de natuur van eitje tot een vlinder metamorfoseert.
De verwante steekmuggen (en vliegen) roepen andere associaties bij ons op. Zij vertegenwoordigen andere aspecten van de processen in ons hoofd. Dit heeft een vragensteller aan Verena Staël von Holstein (2004, Naturgeister 4, Flensburger Hefte, Sonderheft 22, p. 181) ertoe gebracht haar de volgende vraag voor te leggen over bloedzuigende insecten:
‘Zijn deze diersoorten die slechts pijn en kwelling veroorzaken als boosaardig te zien…?’ Daarop antwoordt zij, via haar een elementenwezen dat wordt aangeduid met ‘Der Braune’, als volgt:
‘Bloedzuigende insecten en parasieten staan dicht bij duistere machten, maar ze zijn ook de uitdrukking van onbeheerste gedachtenkrachten van de mens. Over dieren kan men niet van ‘boosaardig’ spreken. Alleen bij wezens die kunnen beslissen kan van boosaardigheid sprake zijn. Zolang er sprake is van afgunst, nijd en dergelijke egoïstische uitingen van de mens zullen er bloedzuigende en parasitaire dieren voorkomen. Ook intellectuele sarcastische plagerijen drukken zich in de astrale wereld door zulke dieren uit…’
De muggen zijn vrij laat in de insectenordes fysiek tevoorschijn getreden. De vroegste exemplaren dateren van ca. 80 miljoen jaar geleden, dus aan het einde van de Lemurische tijd. Dan zijn de mensen er nog niet, maar de homoniden zijn er al wel. Er zijn ook al veel zoogdieren. Muggen hebben niet specifiek mensenbloed nodig om hun eitjes te leggen.
3. Verblijfplaats groepsziel
De groepsziel van de muggen verblijft vermoedelijk in de astrale wereld. Concrete specifieke aanwijzingen zijn hierover niet gevonden.
Bij dieren zoals de insecten is het astraallichaam nog niet helemaal in het fysieke lichaam getrokken, zoals bijvoorbeeld bij ééndagsvliegen. Als een exemplaar eenmaal het etherlichaam heeft ontwikkeld en geslachtsrijp is geworden treedt de dood in. Ook de geslachtsrijpe mug kent slechts een kort leven.
4. Hoe verloopt de natuurlijke vermeerdering en die bij GM?
Bij de mug begint de cyclus op het moment dat mannetjes en vrouwtjes paren. De mannetjes zuigen nectar, en de vrouwtjes zuigen bloed waartoe zij mensen en dieren steken. Ze hebben een specifiek eiwit uit het bloed nodig voor het ontwikkelen van de eitjes voordat deze in stilstaand water worden gelegd. Op één bloedmaaltijd kunnen ze in de drie dagen daarna zo’n 100 eitjes leggen. Uit een eitje komt een muggenlarve tevoorschijn, die een belangrijke schakel in het leven onder water is. De meeste larven leven net onder het wateroppervlak, alleen bij verstoring duiken ze al kronkelend onder. Steekmuggenlarven worden gegeten door bijvoorbeeld andere insecten en vissen. De volwassen mug leeft maar enkele dagen tot weken.
Een Engels bedrijf, Oxitec, heeft een methode ontwikkeld om gg-mannetjes muggen te kweken die na het paren met ‘wilde’ vrouwtjes muggen, – de dragers van het denguevirus -, larven voortbrengen die niet in staat zijn zich te ontwikkelen. (https://cogem.net/app/uploads/2019/07/COGEM-signalering-gg-dieren-CGM120111-01.pdf p.57-67) Bij deze mannetjes zijn twee genen ingebouwd. Het ene gen zorgt ervoor dat deze mannetjes alleen in aanwezigheid van het antibioticum tetracycline kunnen overleven en het andere gen is een marker waardoor de mannetjes lichtgevend worden zodat zij makkelijk kunnen worden gemonitord. De gg-mannetjes worden gekweekt onder omstandigheden waarbij het antibioticum aanwezig is en daarna worden ze van de gezamenlijk met hen opgekweekte vrouwtjes gescheiden. Vervolgens worden de mannetjes in grote aantallen in de dengue gebieden vrijgelaten. De methode is zelflimiterend want als er geen gg-mannetjes meer worden vrijgelaten in de natuur sterft hun populatie vanzelf uit. Met het vrijlaten van grote aantallen gg-muggen wil men de totale muggenpopulatie laten uitsterven en daarmee de oorzaak van het overbrengen van de ziekte wegnemen. De methode wordt in verschillende landen zoals Brazilië op grote schaal sinds 2010 uitgeprobeerd en sinds begin 2013 wordt introductie ook in de VS serieus overwogen.
5. Wat wordt er bij GM veranderd aan de natuurlijke processen?
Wanneer het actief zijn van stekende muggen wordt gezien als een uiting van plagend gedrag, dat door de wijze van denken van de mens zelf wordt opgeroepen, dan is het verhinderen van dit effect, door de muggen via GM uit te roeien, te zien als een poging om ons lot te ontlopen en een vorm van vereffening te ontwijken. Men kan zich voorstellen dat daarmee de functie die een bepaalde muggensoort heeft naar de mens wordt gesaboteerd. Een soort ‘klokkenluiders effect’ treedt daarmee op. We doden de klokkenluider die ons komt wijzen op iets dat we in onszelf moeten veranderen.
Er is verder een ander aspect dat nog niet aan de orde is gekomen. Namelijk het feit dat de muggen niet alleen steken maar in bepaalde gevallen ook dodelijke ziekten overdragen. Vermoedelijk geldt hierbij het wegnemen van een geestelijke ontwikkelingsmogelijkheid in versterkte mate, zoals dit bij alle ernstige ziekten die we bestrijden met antibiotica, vaccins etc. ook aan de orde is.
In een korte bezinning binnen onze groep op het wezen van de mug en de ingreep van GM zijn nog de volgende beelden en observaties naar voren gekomen.
Als je vectoren zoals de mug probeert uit te roeien, zoals de WHO nastreeft, dan zie je dat die vectoren zich gaan verplaatsen.
Bij het beoordelen van GM moet naar de hele cyclus van de mug, inclusief het larve stadium worden gekeken. Het wegnemen van stilstaand water is ook een belangrijke manier om verspreiding van de mug tegen te gaan.
Het feit dat de mug ziekten overbrengt is misschien iets dat aan de groepsziel van de mug zelf voorbij gaat of dat juist op geheimzinnige wijze in het lot van deze groepsziel ligt besloten.
Ook de muggen die geen ziektes overbrengen staan in dienst van het lijden. Het steken zelf lijdt tot heel pijnlijke plakkaten op de huid. In Kenia is er een steekvliegje waardoor na het steken de hele huid wegvreet.
Insecten zijn niet alleen met ziekten en lijden verbonden maar in eerste instantie met planten, met de bloeiende planten. De bloemen zijn geestelijk te zien als aan de aarde gekluisterde insecten.
Het dansen van de mug geeft de indruk van een extase die iets van de groepsziel uitbeeldt.
Een wolk muggen voert een rituele dans uit, waarbij veel vreugde is. Bij GM gaat de vreugde weg en is de oriëntatie zoek.
De GM techniek van steriele mannetjes muggen maken en vrijlaten is veel ingrijpender dan die bij bv de gg-soja, omdat dit veel meer het wezen van het organisme aantast.
Over GM ontstaat bij de groepsziel van de mug woede omdat deze zich niet meer kan uitleven en zijn functie – om ons iets te leren – wordt verhinderd.
Tenslotte is bij Verena Staël von Holstein in de eerdergenoemde referentie te lezen over de gevolgen van stekende insecten voor de dieren die gestoken worden:
‘De daardoor gestoken hogere dieren veroorzaken dat de mens naar hen toe een schuld heeft. De mens is een leider van de ontwikkeling van het dier. Kwelt hij hen door bloedzuigende insecten dan zal hij in de toekomst er aan moeten werken om het als mensheid te vereffenen.
De groepsziel van het hogere dier weet van deze samenhangen en stuurt andere wezens om hen te troosten. Menselijk meevoelen kan daarbij zowel het individuele dier helpen als een begin maken met de vereffening tegenover het dierenwezen. Eert de dieren!’
6. Sociaal – economische aspecten
6.1 Wat is Artgerechte Tierhaltung?
De diersoort, de groepsziel van het dier, leren we kennen aan drie uitingsvormen:
-het opgenomen zijn in zijn omgeving, zijn ecosysteem, zijn ecologische niche, waarvan hij tegelijk een uitdrukking is, waaraan hij bijvoorbeeld een stem geeft, en waarin hij overleeft; de omgeving is niet alleen de fysieke omgeving maar ook de aanwezigheid van andere soorten en vertegenwoordigers van de eigen soort (zwermvorming etc.)
-zijn fysieke vorm, zijn gestalte; en
-zijn gedrag en bewegingswijze; het daarachter gelegen karakter, de drijfveer.
Langs deze drie wegen kunnen we iets van de aard van de groepsziel te weten komen.
Bij de steekmug is dit het aan de mens ervaarbaar maken van zijn stekende ego-gekleurde gedachten.
Het begrip groepsziel heeft een ruime betekenis. Enerzijds kan er een hiërarchie in groepszielen bestaan, bv het oertype van de vogel, waaronder allerlei typen vogels vallen van arenden (kopvogels) tot koolmezen (borstvogels) tot ganzen (buikvogels). Anderzijds is er ook binnen een subgroep nog een diversiteit aan soorten die binnen de Artgerechtheit van de groepsziel vallen. Het kunnen uitleven van deze diversiteit aan subsoorten is onderdeel van de Artgerechtheit, die volgens het subsidiariteitbeginsel op steeds lagere soortniveaus relevant blijft. Deze soortvariëteit ontstaat bijvoorbeeld door aanpassingen aan verschillende uiterlijke omstandigheden, en valt allemaal binnen dezelfde groepsziel. Ook is onderdeel van Artgerechtheit dat de verschillende levensfasen van een soort zich kunnen manifesteren. Bij het insect gaat het dan om de paring, het ei-leggen, het larve stadium, het vrijkomen van het gevleugelde insect en het voeden (steken en zuigen). En tenslotte gaat het bij Artgerechtheit uiteraard om diervriendelijke handelwijzen, waarbij bijvoorbeeld zoveel mogelijk lijden van het dier wordt voorkomen.
Centraal in onze visie staat dat een dier, de groepsziel van een diersoort, zijn aard kan uitleven en zijn bestemming naar de mens kan vervullen. Het dier moet daarbij zijn aard, zijn ‘Dignity’ behouden, dat wil zeggen zich in subsoorten kunnen uitdrukken en alle levensfasen kunnen doorlopen. Wat betreft zijn bestemming naar de mens, gaat het in de spirituele evolutie allereerst om het aan de mens bewust maken van te transformeren eigenschappen in de mensenziel. Maar het kan ook gaan om de bestemming (de telos) die de mens aan het gedomesticeerde dier heeft gegeven, bv om ons tot voedsel (het varken, de kip) of als partner in het verrichten van werk (circuspaard) te dienen. Daarbij geldt als uitgangspunt dat we tot ‘Artgerechte Tierhaltung’ komen. Dit houdt in dat we de zorg voor het dier op ons nemen, het van juist voedsel en beschutting etc. voorzien en dat we het mogelijkheden bieden om zijn gedrag (o.a. wijze van voortplanten) te kunnen uiten. Het dier moet zijn eigen aard hebben kunnen uitleven voor het gedood wordt. Deze elementen van de intrinsieke waarde van het dier moeten grenzen stellen aan de extrinsieke waarde, tot uiting komend in vormen van knechting van het dier die het economische nut verhogen. Bij een kippenren van een zeer groot aantal kippen op een vierkante meter waarbij ze elkaar gaan doodpikken, kan je zoeken naar een gen dat kannibalisme, de extreem opgedreven behoefte om te scharrelen, opheft. Dat zou een goede extrinsieke waarde opleveren maar de minimale grens van de intrinsieke waarde overschrijden.
Vanuit deze uitgangspunten kunnen antwoorden op een aantal (sociaal-economische) vragen worden bezien.
6.2 Heeft de genetische manipulatietechniek invloed op de geestelijke evolutie van de groepsziel en is aan te geven welke?
In het geval van de steekmug die in zeer grote aantallen voorkomt, zal het GM van kleine populaties muggen vermoedelijk geen invloed op de groepsziel van de mug hebben zolang deze nog genoeg alternatieve natuurlijke uitdrukkingsmogelijkheden houdt. Daarbij geldt dat hoe meer afgelegen de streken zijn waar deze populaties blijven voorkomen hoe minder zij hun bewustmakende werking naar de mens kunnen vervullen. De uiteindelijk spirituele uitdaging is de gespiegelde eigenschappen in onszelf te overwinnen waardoor deze diersoort niet meer op de aarde hoeft te incarneren.
Deze conclusie is overigens wel erg antropocentrisch gedacht en staat los van andere functies van de muggen in het ecosysteem.
In het extreme geval dat op den duur met gg-muggen alle muggen op aarde van deze soort zouden worden uitgeroeid zou de spirituele evolutie (de telos) van deze diersoort worden verijdeld.
6.3 Heeft de manipulatietechniek invloed op de geestelijke evolutie van andere wezens?
Vermoedelijk is de grootste invloed in beginsel die op de spirituele bewustwording van de mens. Veel zal ervan afhangen hoeveel andere stekende insecten er in de toekomst om vergelijkbare redenen worden gemodificeerd en toegepast en hoeveel van dit type organismen er over blijven. Waarschijnlijk zullen dat er zoveel zijn, dat hun collectieve werking op de mens niet verstoord wordt.
6.4 Welke eisen zijn te formuleren waaraan GM van muggen zou moet voldoen vanuit respect voor de groepsziel van het organisme?
De GM-methode zondigt tegen het beginsel dat het organisme alle leeftijdsfasen kan doorlopen, omdat er geen levensvatbare larven ontstaan na de voortplanting. Er is bij deze techniek sprake van een dubbele ingreep, eerst door het genetische materiaal van de muggen te veranderen en vervolgens door de voortplantingsdaad voortijdig met de dood te bestraffen, ofwel een ongeschikt incarnatievehikel voor de groepsziel te bouwen.
Geëist zou moeten worden dat de groepsziel zich zoveel mogelijk moet kunnen blijven uitleven.
Uiteraard staat daar als argument tegenover dat een besmettelijke ernstige ziekte zo kan worden bestreden zonder bestrijdingsmiddelen in het milieu te brengen. In dergelijke situaties komt altijd de vraag naar voren of er ook andere betaalbare en haalbare bestrijdingsmethoden zijn.
6.5 Welke maatschappelijke gevolgen (wettelijke regels, informatieverstrekking, inperking van bepaalde activiteiten, garanties, etc.) zouden aan het verkregen inzicht verbonden moeten/kunnen worden om deze vorm van GM moreel aanvaardbaat te laten zijn?
Bovenstaand is geconstateerd dat deze vorm van ingrijpen in de geslachtelijke voortplanting van de muggen één van de tot op heden meest ingrijpende vormen van GM is voor de groepsziel van het dier.
Te stellen eisen zijn dat bijvoorbeeld:
– alternatieve bestrijdingsmethoden qua kosten, haalbaarheid en effectiviteit door de initiatiefnemer in beeld worden gebracht en worden getoetst door een onafhankelijke (liefst internationale) instantie voordat vergunning wordt verleend;
– de overblijvende natuurlijke populatie bijvoorbeeld per continent een nader te definiëren minimale omvang moet houden;
– wordt gemonitord of de uitgeroeide populatie niet snel wordt overgenomen door een even risicovolle andere populatie,
– etc.
De introductie van deze vorm van GM in de natuur raakt dan ook aan veel maatschappelijke aspecten. Sinds wordt overwogen deze methode ook in Florida toe te gaan passen is er mei 2013 al een web-petitie met ca 120.000 verontrusten ondertekend. Daarbij spelen vragen zoals:
- effecten op dieren die de gg-muggen eten;
- effecten op mensen als die door deze via gg-muggen bevruchte vrouwtjes gestoken worden;
- ecologische gevolgen van het uitsterven van deze muggensoort, bv het opkomen van meer agressieve ziekte-overbrengende insectensoorten.
Bij het nemen van maatregelen kunnen argumenten uit spirituele overwegingen en klassieke maatschappelijke overwegingen mogelijk tot eenzelfde type beleid leiden.