Blog van Kees Zoeteman

Mijn moeder kreeg op haar uitdrukkelijke wens in 2000 directe euthanasie. Zij had ongeneeslijke uitgezaaide longkanker. Alle formaliteiten voor het uitvoeren van euthanasie waren achter de rug. Mijn broer en ik hielden elk een hand van haar vast terwijl de huisarts een beetje zat te klungelen met het aanleggen van een infuus in haar rechteronderarm. Het was zijn eerste keer. Nadat eindelijk de naald was aangebracht en de twee voor dit doel gebruikelijke middelen waren ingespoten, thiopental om een coma op te wekken en de spierverslapper rocuronium om de ademhaling stil te leggen, was zij plotseling dood. In mijn beleving binnen een minuut. Ik heb daar vrede mee gehad tot ik een schokkend artikel onder ogen kreeg van de antroposofische arts Zoltán Schermann (Der Europaer, 21, nr 12, 2017, 12-17) over een door hem, in de tijd dat hij huisarts was, uitgevoerde directe euthanasie. Deze arts heeft onder bepaalde omstandigheden helderziende ervaringen. Op het moment dat de euthanasie zich voltrok kon hij dingen waarnemen waar de gewone burger, wetenschapper en politicus niet bij stilstaan. Wie zijn wereldbeeld niet deelt zal misschien de schouders ophalen, maar ik deel zijn wereldbeeld wel. Dat wereldbeeld is dat de mens een individualiteit is en uit meer bestaat dan het stoffelijke lichaam waarin onze geest tijdens het aardeleven woont. De menselijke geest blijft na de dood bestaan en is er ook voor de geboorte al. Er zijn talrijke mensen op aarde die als wereldbeeld hanteren dat de mens naast een stoffelijk lichaam ook een geest en een ziel heeft en een vitaal- of ether-lichaam, dat het stoffelijke lichaam in leven houdt. Bij het slapen maken geest en ziel zich los van de combinatie van het stoffelijke en vitale lichaam, dat als het ware als een plant in bed achterblijft. Bij het sterven verlaten niet alleen geest en ziel, maar ook het vitale lichaam het stoffelijke lichaam. Wie helderziende vermogens heeft kan waarnemen hoe dat vitale lichaam zich gedurende drie dagen na het sterven geleidelijk helemaal losmaakt. Dit wordt het ervaren van het levenstableau genoemd, het totale overzicht van wat je bewust in je leven hebt meegemaakt. Zo wordt in het levenstableau de vrucht van het afgesloten leven overgebracht naar de ziel en vormt deze hiermee een kiem voor het volgende leven.  Wat ‘zag’ nu Zoltán Schermann? Na het toedienen van de twee medicijnen begon er niet een geleidelijk proces van zich losmaken van het vitale lichaam, maar het zwol eerst enorm op en spatte vervolgens uiteen. In zijn artikel beschrijft hij diverse gevolgen. Door dit uiteen spatten van het vitale lichaam, voordat het levenstableau is gevormd, wordt de herinnering van de overledene aan het afgesloten leven uitgewist. Ook zijn de zielennetwerken met anderen, waarbij de mens bij een nieuwe incarnatie steun zal zoeken, gedesoriënteerd. Dit allemaal volgens het wereldbeeld van bovengenoemde arts en mijzelf.

Ik realiseer me dat een grote groep Nederlanders een ander wereldbeeld heeft en dat de wettelijke voorschriften en handelingspraktijken voor euthanasie niet zomaar zullen worden aangepast. Ook betreft het maar één waarneming van één arts. Het is wenselijk dat hierover meer ervaringen worden verzameld en gedeeld. Maar wat me intussen wel haalbaar lijkt is dat er met de geestelijke bedenkingen van een groep Nederlanders tegen de huidige euthanasiepraktijk beter rekening wordt gehouden. Eerst dacht ik dat de wet de genoemde euthanasiemiddelen voorschrijft en dat deze zouden moeten worden aangepast. Maar de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding van 2001 regelt alleen de procedure en een commissie van toezicht. De manier waarop de euthanasie wordt gerealiseerd wordt aan de arts zelf overgelaten. Die handelt daarbij volgens de richtlijnen van de beroepsgroep, de KNMG. 

KNMG-KNMP Richtlijn uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding van augustus 2012.

Hierin staat over de medicijnen en de toediening ervan het volgende:

Vóór toediening van het spierrelaxans dient het medicamenteus geïnduceerd coma te worden vastgesteld. Zo wordt voorkomen dat de patiënt de werking van het spierrelaxans zou kunnen ervaren. …Voor de inductie van het coma wordt gebruik gemaakt van een thiopental (2000 mg) of propofol (1000 mg) toediening. Beide middelen kunnen bij intraveneuze injectie pijnsensatie geven. Vanwege deze pijnsensatie wordt vooraf 2 ml lidocaïne 1% intraveneus geïnjecteerd… Een voldoende hoge dosis spierrelaxans veroorzaakt na intraveneuze toediening binnen enkele minuten een volledige paralyse van alle dwarsgestreepte spieren behalve die van het hart. Dit heeft ademstilstand en de dood door anoxemie tot gevolg. …Rocuronium (150 mg) is het spierrelaxans van eerste keus omdat dit spierrelaxans het meest in Nederland wordt gebruikt en er daarom de meeste ervaring mee bestaat. Atracurium (100 mg) of cisatracurium (30 mg) zijn goede alternatieven. Het spierrelaxans mivacurium wordt vanwege de korte werkingsduur afgeraden.’

Uit de richtlijnen blijkt dat de middelen niet bij wet zijn voorgeschreven en dat de arts een eigen afweging kan maken. Als artsen met alternatieve middelen willen werken, lijkt ze hiervoor juridisch geen strobreed in de weg te worden gelegd. De beroepsgroep van de artsen geeft zelf aan dat ‘voorkomen moet worden dat de patiënt de werking van de spierverslapper zou kunnen ervaren’. Volgens deze principes zou er ook rekening gehouden moeten worden met wat de overledene tijdens het sterven en direct na de dood ten aanzien van het vitale lichaam kan overkomen in de ogen van een respectabele groep Nederlanders.

Welke handelwijze is te prefereren als arts en patiënt de mogelijkheid van het uiteenspatten van het vitale lichaam willen voorkomen? Meerdere huisartsen gebruiken alternatieve methoden in plaats van de euthanasie. De ene bestaat uit actieve zelfdoding waarbij de terminale patiënt een door de arts gemaakte vloeistof met thiopental zelf opdrinkt en doorgaans na twee minuten overlijdt. Of daarbij de eerder gemelde uiteenspatting van het vitale lichaam wel of niet optreedt is (nog) niet bekend. Mogelijk is dat effect het resultaat van de combinatie van de twee nu meestal toegepaste middelen. De andere methode is palliatieve sedatie waarbij morfine en benzodiazepine worden toegediend waardoor de patiënt in voortdurende slaap wordt gehouden. Omdat de patiënt dan enkele dagen niet eet of drinkt treedt tenslotte de dood in. Dat is gebruikelijk bij een levensverwachting van minder dan twee weken en bij indicaties zoals grote onrust en verwardheid. Palliatieve sedatie maakt de hele problematiek van directe euthanasie overbodig, temeer daar volgens verschillende helderziende waarnemingen, onder andere van Schermann, bij morfinegebruik het proces van het losmaken van het levenskrachtenlichaam normaal verloopt.

Ik had graag gewild dat ik bij het naderende einde van het leven van mijn moeder deze dingen had geweten en dat gun ik ook anderen.