Kees Zoeteman, Astrid van Zon en Paul Struik
10-8-2022
Bij duurzame ontwikkeling en natuur-inclusieve landbouw wordt meestal volstaan met het aangeven van de na te streven richting: minder grondstoffen gebruik, minder dierenleed; maar de morele gronden blijven veelal onbelicht. Recent is een zogenaamde telos-benadering gepresenteerd om onszelf meer te prikkelen om op dit gebied tot innovatieve oplossingen te komen en ingeslepen handelen opnieuw tegen het licht te houden. Daarbij wordt de innerlijke doelgerichtheid van organisaties, mensen, dieren en planten als referentie gehanteerd.
Hoe daag je je eigen gedrag uit?
De eigenheid of innerlijke doelgerichtheid kan worden aangeduid met het door Aristoteles beschreven begrip ‘telos’. Wat wil deze plantensoort? Wat streeft deze diersoort na? Wat wordt er op deze plek gewild? De kern van deze aanpak is dat aan planten en dieren en plekken met hun gemeenschap, een ziel of bewustzijn wordt toegekend, dat een eigen doel nastreeft en waarmee kan worden gecommuniceerd. Werken met de natuurlijke telos van planten, dieren en plekken heeft als voordeel dat het ons helpt om onze morele afwegingen bij het zo economisch mogelijk omgaan met landbouwhuisdieren, gewassen, en natuurgebieden systematischer te maken. Zo komen we tot meer innovatieve oplossingen. Verwant is de internationale beweging die elementen in de natuur (een landschap, een rivier) rechten wil geven (Van de Venis, 2021).
We kunnen nagaan of en hoe we onze keuzes kunnen aanpassen aan de natuurlijke telos door deze telos centraal te stellen. Daarmee worden we ons beter bewust waar we als mens de natuur teveel ondergeschikt dreigen te maken aan ons streven naar economisch nut. Onderstaand wordt dit geïllustreerd aan de hand van ideeën ontwikkeld door Stichting Corona (haar doel is geestelijk onderzoeken van technische ingrepen in het leven) (www.stichtingcorona.nl/) en ervaringen bij Urtica de Vijfsprong (zorgverlening en BD landbouw) ( www.urticadevijfsprong.nl) te Vorden, waar is samengewerkt met onder meer boer Guus van Imhoff en tuinder Herbert Wennekes op initiatief van directeur-bestuurder Astrid van Zon.
Mogelijkheden tot verbetering bij het werken met planten, dieren en mensen
Verbeteringsmogelijkheden zijn besproken en opgezet waarbij de natuurlijke telos van een gewas, een dier, een mens en een gebied – de bedrijfsindividualiteit van Urtica de Vijfsprong – zijn verkend (Struik e.a. 2019; Van Mansvelt e.a., 2021). Begonnen werd met de rode kool als gewas en de koe, het belangrijkste dier op de boerderij. Ook werd gewerkt aan een andere cliënt benadering in het kader van ‘Herstellen in het groen’.
Rode kool
Rode kool leek een goed gewas om bewust te worden van de natuurlijke telos ervan, de spanning met de opgelegde nut-telos en hoe die twee kunnen worden verzoend. Rode kool is een ingewikkelde plant, die door de mens zo zeer is vervormd dat er qua ontwikkeling, architectuur en fysiologie merkwaardige tegenstrijdigheden zijn ontstaan. Ombladeren zijn ouder dan de bladeren van de kool maar moeten de groei van de gehele plant gaande kunnen houden.
Rode kool met omblad en kool
Rode kool na inknippen
Deze ongewone verhouding geeft een aantal problemen. Jonge bladeren kunnen niet doen waarvoor ze zijn gemaakt (o.a. licht omzetten in chemische energie) waardoor de oude bladeren de meeste prestaties moeten leveren. Verder wordt de kool in een stadium geoogst waarbij er nog geen bloei heeft plaatsgevonden. Voor het veredelen of zaad produceren moeten veredelaars en zaadproducenten “inknippen”: ze maken een kruis in de kool om de bloeistengel zich te laten ontwikkelen. Al met al is daarmee een plant ontwikkeld die eigenlijk niet zo geschikt is voor zijn eigen natuurlijke doel. De vergelijking dringt zich op met dikbilkoeien, die ook niet kunnen bevallen zonder keizersnede. Wat wil de kool en hoe komen we daar achter? Na een inlevingsoefening zijn er een aantal nieuwe afspraken gemaakt om meer respect voor de eigenheid van de plant te tonen, zoals:
- Eigen teelt van uitgangsmateriaal van de rode kool zodat de hele cyclus van de rode kool bedrijfseigen is.
- Er wordt een rand rode kolen geplant op het veld die tot volledige ontwikkeling mag komen zodat de eigen telos uitgeleefd mag worden.
- De rode kool wordt geplant op een plekje in het bos en wordt gevolgd met het oog op het verwilderingspotentieel.
Koeien
Er worden zo’n 50 koeien gehouden op Urtica de Vijfsprong. Wanneer een koe niet meer drachtig wordt of gemaakt wordt, wordt afscheid genomen van de koe om elders te worden geslacht en verwerkt. Jaarlijks worden 6-8 koeien in de eigen boerderijwinkel verkocht. Tegen deze achtergrond is een aantal onderwerpen verzameld waarin het respectvol omgaan met de koe tot uiting komt. Vervolgens zijn deze onderwerpen samengevoegd tot thema’s. Deze thema’s zijn onder meer: 1. Relatie mens-dier (opdrijven met inzet van cliënten, slachtproces), 2. Respecteren van het natuurlijk gedrag van de koe (kalf bij de koe, gemiddelde leeftijd melkkoeien), 3. Mest-bodem interacties (kringloop sluiten e.d.) en 4. Diergezondheid (gebruik antibiotica).
Om de natuurlijke telos van de koe meer te respecteren zijn onder meer de volgende nieuwe afspraken gemaakt:
- De helft van de geboren kalveren blijft op het bedrijf en voor de andere kalveren wordt een betere plek elders gezocht. Op dit moment is het economisch niet mogelijk het kalf volgens de natuurlijke gang 9 maanden bij de moeder te laten. De scheiding van een kalf van de moeder na 3 maanden is pijnlijker dan al snel het kalf weg te nemen omdat er dan hechting heeft plaats gevonden. Het kalf wordt de eerste dagen in een hok gebracht. Na een aantal dagen komen verschillende kalveren bij elkaar op een grotere oppervlakte (crèche).
- Er wordt een ritueel gemaakt om afscheid van de koeien te nemen die naar de slacht gaan en waarin onze dankbaarheid tot uitdrukking komt. Onderzocht wordt of we de koeien zelf kunnen begeleiden.
- Het principe om per definitie geen antibiotica toe te dienen wordt los gelaten om lijden bij de koe te verminderen. Er wordt een protocol gemaakt wanneer en onder welke omstandigheden antibiotica toegediend kunnen worden.
- De mensen die met de koeien werken krijgen jaarlijks een cursus aangeboden over stressvrije omgang met koeien. Uitgangspunt is om aan te sluiten bij de koeien en hun tempo.
Herstellen in het groen
Zoals de telos van een plant of dier berust bij het regie-voerende bewustzijn dat de soort leidt, zo is er ook bij de individuele mens sprake van telos, waardoor de mens zich ontwikkelt en zichzelf in relatie tot zijn omgeving kan verwezenlijken. Binnen Urtica de Vijfsprong wordt de telos herkend in het eigen motief in het leven en de levensopgave van cliënten en medewerkers, die zich uitspreken in de rode draad in de biografie van ieder mens en de dynamiek van de telos in de handelingsimpuls. De handelingsimpuls toont hoe iemand handelt. Ieder mens heeft een persoonlijke handelingsimpuls, die van gedaante wisselt in samenhang met de leeftijdsfase en situatie. In de gezondheidszorg is de nut-telos ver doorgedrongen in het ‘diagnose-recept-geldzak model’ en de enorme controledwang. Maar voor een humane psychiatrie dient niet de diagnose op de voorgrond te staan, maar de mens en zijn telos zelf (Van Zon, 2021). In aansluiting hierop is er sinds zomer 2021 een nieuw zorgconcept ontwikkeld dat ‘herstellen in het groen’ heet. Mensen worden ondersteund in het “ja” zeggen tegen hun eigen levensverhaal, met kracht en kwetsbaarheid, zodat zij hun eigen opgaven kunnen uitwerken en hun individuele telos kunnen verwezenlijken. Het ‘groen’ staat voor een natuurlijke afwisselende omgeving. Bodem, planten, dieren in de natuur en de landbouw maken deel uit van deze bron voor (mentale) gezondheid. Zij worden ingezet in de zoektocht en ondersteuning naar herstel. In het zorgconcept ‘herstellen in het groen’ is er sprake van een samenwerkingsrelatie in plaats van een hulpverlenersrelatie. De nieuwe afspraken in dit verband geven aandacht aan:
- Vitaliseren: bewegen, levenszin, ritmiseren, ontspannen, ervaren en beleven, mediteren, waarnemen, gezonde voeding;
- Verbinden: met jezelf, met je omgeving, met andere levende wezens, met een groter geheel;
- Vertrouwen: in de eigen opgave en mogelijkheden,en die van anderen.
Gelijke opbouw van organisaties en organismen
Voor het geheel van Urtica de Vijfsprong als bedrijf kan ook met het begrip telos worden gewerkt om tot verbeteringen te komen. Daarbij is het behulpzaam om gebruik te maken van het begrip “bedrijfsindividualiteit” voor de beschrijving van de organisatie (Rudolf Steiner, GA 327). Bij deze bedrijfsindividualiteit kan net als bij de plant, het dier en de mens naar een eigen doelgerichtheid worden gezocht en vervolgens worden nagegaan hoe de handelingen daarmee meer in overeenstemming kunnen worden gebracht.
Als uitgangspunt voor de opbouw van een bedrijfsindividualiteit is het vijf lagen model aangehouden van Bloksma & Struik (2007). Dit model onderscheidt in de bedrijfsindividualiteit de volgende lagen:
- De fysieke laag (bodem oppervlak en samenstelling, waterkringloop, mineralenkringloop etc.)
- De vitaliteitslaag (planten)
- De zielslaag (dieren)
- De Ik-en-Wij laag (mensen)
- De Wij-en-Zij laag (mensen en genius loci)
Als vijfde laag kan bij een bedrijfsindividualiteit het bewustzijn worden gezien als een samenwerking van de lokale mensengemeenschap enerzijds en de op die plek actieve geestelijke wezens anderzijds, de Wij-en-Zij laag. Een harmonische aansturende functie bij een bedrijfsindividualiteit zal afhankelijk zijn van een bewuste communicatie en ervaren verbinding tussen de mensengemeenschap en de geestelijke wezens die met de plek van het bedrijf zijn verbonden. Hoe beter die communicatie verloopt, en hoe groter de harmonie tussen beide lagen, hoe prettiger de sfeer en hoe gezonder de leefomstandigheden, is te verwachten.
Rol van de genius loci
Genius loci betekent ‘de geest van de plek’. In de Romeinse mythologie werd hiermee een specifieke beschermgeest bedoeld. De genius loci kan ook in verband staan met een zogenaamde krachtplaats in het aardoppervlak die een uitwerking op de menselijke geest zou hebben zoals kalmering, bewustzijnsverruiming, e.d. (Scarre, 2007).
Bij het begrip genius loci wordt toch vooral aandacht gevraagd voor de geestelijke wezens die hiermee kunnen worden geassocieerd. Landschapsengelen komen in het bijzonder in aanmerking voor een rol in de samenwerking van een mensengemeenschap op een locatie met de natuur aldaar. Deze landschapsengelen hebben geen fysiek lichaam en evenmin organen zoals ogen en oren. Hun meest verdichte fysieke vorm is opgebouwd uit water, lucht en warmte, wat maakt dat hun lichamen niet afgegrensd zijn maar elkaar doordringen. Hun laagste min of meer afgegrensde lichaam is het etherlichaam dat de vitale krachten vertegenwoordigt. Net als bij de elementenwezens zijn engelen daarom alleen waar te nemen langs helderziende weg (Steiner, GA 98, GA 102).
De landschapsengelen spelen een leidende rol naar elementenwezens en brengen genezing en doelgerichtheid naar de mensen in hun gebied ( http://devamata.de/landschaftsengel/). Een beschrijving van een ervaring van de activiteit van een landschapsengel geeft de theosoof Hodson (1987) in The Kingdom of the Gods (p. 113):
‘Een prachtige landschapsengel overziet deze vallei. Ongeveer 7 meter hoog reikt zijn schitterende veelkleurige aura zo’n 100 meter in alle richtingen. Soms is de aura nog verder uitgestrekt tot aan de overkant van de vallei waar die het breedst is, en tot aan de kleine beek beneden. De kleuren van de aura schitteren en veranderen continu als gevolg van de voortdurende stroom in golven en draaikolken van de levenskrachten die in de aura zichtbaar zijn. Door langzaam met zijn uitgestrekte aura in het dal heen en weer te bewegen is de engel in staat met zijn krachten elk levend wezen aan te raken en een deel van zijn stimulerende levenskracht te geven. De groepen natuurwezens zoals de kabouters, boomgeesten en elfen beantwoorden instinctief de versnellende impulsen van de engel. De elfen tonen extra vreugde wanneer zij geraakt worden door de stromende kracht van de deva. Het is de Beschermengel van de vallei en gelukkig te prijzen zijn zij die onder diens zorg vallen. De aanwezigheid van deze engel geeft een bepaalde glanzende kwaliteit aan de atmosfeer over de hele lengte van de vallei die de mensen die hier verblijven raakt.’
Uit de verdere beschrijvingen van Hodson kan worden afgeleid dat er vele gradaties in dergelijke landschapsengelen zijn die regie voeren in kleine beekdalen tot aan grote delen van continenten en oceanen.
Berggod in Sierra Nevada, California (Hodson)
Oceaangod gezien vanaf Java (Hodson)
In een gebied kan de energie toestroom beperkt zijn door heftige gebeurtenissen uit het verleden waardoor ontstane pijn en angst de toestroom van levensenergie via de landschapsengelen blokkeren. Dan moeten er weer nieuwe openingen vanuit liefdeskracht worden opgeroepen (Lutz, 1996). Ook het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen kan het werk van elementenwezens ernstig verstoren (Thun, 1996).
Wanneer de mensen een open en dankbare houding naar de genius loci hebben, doet dit de toestroom van levensenergie en de gezondheid van de wezens in het gebied goed (Steiner, GA 110, p. 36 e.v.).
Ook rituelen kunnen helpen om een bewuste communicatie tussen de mensengemeenschap en de genius loci te onderhouden. Op basis daarvan kan een indruk worden verkregen wat de telos van de bedrijfsindividualiteit is en hoe daarmee meer in overeenstemming te handelen. Hoe dat concreet kan worden gedaan wordt tenslotte besproken.
Nieuwe keuzes binnen de bedrijfsindividualiteit
Of het nu om heel specifieke opgaven rond de veeteelt gaat of om algemene keuzes op het gebied van een bedrijf als geheel, steeds is de uitdaging om thema’s in beeld te brengen waarbinnen keuzes gemaakt moeten worden en voor zo’n thema de uiterste opties: de natuurlijke telos en de op nut gerichte telos te beschrijven. De uitdaging is vervolgens om binnen die uitersten een oplossing te vinden die een uitvoerbare verbetering is ten opzichte van de huidige praktijk.
Bedrijven kennen vaak verschillende sectoren, die elk weer zijn opgebouwd uit sub-sectoren met hun specifieke diensten. Een voorbeeld van de opbouw in dergelijke organisatie niveaus bij Urtica de Vijfsprong geeft bijgaande figuur.
Nu kunnen voor elk niveau thema’s worden benoemd waarvoor een keus tussen de natuurlijke- en de nut-telos moet worden gemaakt. Als we ons beperken tot het algemene bedrijfsniveau dan zijn bijvoorbeeld de volgende thema’s relevant:
- Vertaling van de inspiratie van de Wij-Zij laag in de bedrijfsmissie
- Synergie tussen de bedrijfssectoren
- Bedrijfscultuur en tijdgeest
- Gedeelde waarden en vaardigheden
- Sluiten kringlopen
Voor elk van deze thema’s kunnen vervolgens ethische richtlijnen, die de natuurlijke telos verwoorden, worden ontwikkeld en worden vertaald in een korte termijn actie. Onderstaande tabel geeft voor alle vijf lagen van de bedrijfsindividualiteit van Urtica de Vijfsprong een voorbeeld.
Al hebben de hier genoemde uitwerkingen betrekking op Urtica de Vijfsprong, zij kunnen naar onze mening een inspiratie vormen om veel breder te worden toegepast bij andere boerderijen, natuurbeheerders en overige organisaties.
Literatuur
Joke Bloksma en Paul C. Struik, 2007: Coaching the process of designing a farm: using the healthy human as a metaphor for farm health, NJAS 54, 4, p.413-430.
Geoffrey Hodson, 1987, The Kingdom of the Gods, 10de druk, Adyar, India: The Theosophical Publishing House, p. 113-114
Irene Lutz, 1996, Bossen genezen, in: Ed. Kees Zoeteman: Over Moeder Aarde, Rotterdam: Hesperia, p. 11.1-11.10
Jan Diek van Mansvelt, Paul C. Struik, Arie Bos, Willem Daub, Diederick Sprangers, Mara van den Berg, Marieke Vingerhoets, Kees Zoeteman, 2021, Changing Ground: Handling Tensions between Production Ethics and Environmental Ethics of Agricultural Soils, Sustainability, 13, (23), 13291
Thomas Mayer, 2022, http://www.erziehungskunst.de/artikel/ohne-elementarwesen-laeuft-nichts/
Chris Scarre, 2007, The Megalithic Monuments of Britain and Ireland, London: Thames and Hudson
Rudolf Steiner, Natur- und Geistwesen. Ihr Wirken in unserer sichtbaren Welt, GA 98 (1983), p. 88 e.v.
Rudolf Steiner, GA 102, p. 138 e.v.
Rudolf Steiner, GA 200, p. 91 e.v.
Rudolf Steiner, GA 327, Vruchtbare landbouw, Zeist: Vrij Geestesleven, p.30.
Paul C. Struik , Arie Bos, Jan Diek van Mansvelt, Diederick Sprangers and Kees Zoeteman, 2019, Handling Tensions between Natural and Utility Purpose of Farm Animals and Crop Plants, Sustainability, 11, p.1019-1033.
Maria Thun, 1996, Elementenwezens dopen, in: Ed. Kees Zoeteman: Over Moeder Aarde, Rotterdam: Hesperia, p. 9.1-9.4.
Jan van de Venis, 2021, Opkomen voor de belangen van hen die nog niet geboren zijn, Keerpunt in zicht, (redactie: M. Enthoven en K. Zoeteman), Haarlem: mauritsgroen, p. 144-150
Astrid van Zon, 2021, Denken over wederkerigheid tussen zorg en landbouw, Motief, nr 257, 6-7.